Uw draagkracht is geld waarmee u volgens de wet zelf uw bijzondere kosten kunt betalen. Het is een deel van uw inkomen én uw eigen geld (vermogen). Uw gemeente bepaalt wat er allemaal meetelt voor uw draagkracht.
Vraagt u bijzondere bijstand aan?
Dan kijkt de gemeente eerst of u zelf genoeg draagkracht heeft. Zo bepaalt zij of u recht heeft op bijzondere bijstand. En op hoeveel.
Daarbij kijkt de gemeente naar uw gemiddelde draagkracht over een langere periode. Oftewel, de ‘draagkrachtperiode’. De gemeente bekijkt dus niet alleen uw draagkracht op het moment van uw aanvraag
Heeft u een bijstandsuitkering?
Dan heeft u volgens de wet geen draagkracht in uw inkomen. Maar misschien wel in uw eigen geld (vermogen).
Regels van ISD BOL
Inkomen
Boven een bepaalde grens moet u de kosten uit uw inkomen betalen.
Die grens is:
Voor een alleenstaande 75% van de gehuwdennorm;
Voor een alleenstaande ouder 75% van de gehuwdennorm;
Voor een gezin 110% van de gehuwdennorm.
Het inkomen dat hoger is dan de genoemde percentages wordt voor 100% meegerekend als draagkracht.
Als u bijzondere bijstand aanvraagt voor woonkostentoeslag of voor verblijfskosten in de crisisopvang bij Heugderlicht, dan is de grens 100% van de van toepassing zijnde norm.
Voor de beoordeling van het inkomen is de peilmaand: de maand januari van het kalenderjaar.
Vermogen
De gemeente neemt 100% van het vermogen dat u meer heeft dan toegestaan in aanmerking als draagkracht. Hoeveel vermogen is toegestaan, is afhankelijk van uw leefsituatie:
- voor een alleenstaande: € 7.575,00;
- voor een alleenstaande ouder: € 15.150,00;
- voor de gehuwden tezamen: € 15.150,00.
Het vermogen in uw woning wordt in aanmerking genomen voor zover het meer bedraagt dan € 63.900,00.
Voor de beoordeling van het vermogen is de peildatum: 1 januari van het kalenderjaar.
LET OP: Voor Onderbanken gelden per 1-1-2021 de regels van de gemeente Beekdaelen/ISD Kompas.
Laatst bijgewerkt op 15-06-2021