Na felle kritiek uit de Tweede Kamer gaat staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) op zoek naar meer draagvlak voor haar plan om meer arbeidsgehandicapten aan een baan te helpen. Het voorstel stuit op veel weerstand bij gehandicapten, omdat zij minder kunnen gaan verdienen dan het minimumloon.
Ze wil zorgen wegnemen, aldus de VVD-bewindsvrouw. Coalitiepartner D66 had Van Ark opgeroepen pas op de plaats te maken en nu eerst in gesprek te gaan met betrokkenen. Ook de ChristenUnie zit nog met veel vragen. Deze regeringspartij wil dat het nieuwe systeem zo simpel mogelijk wordt, en niet tot nog meer rompslomp leidt bij gehandicapten, werkgevers en gemeenten.
De oppositie wil dat het voorstel van tafel gaat. De SP spreekt over loondiscriminatie, GroenLinks vreest dat er tweederangs werknemers ontstaan en de PVV noemt het een asociale bezuinigingsmaatregel.
De staatssecretaris wil de zogenoemde Participatiewet zodanig aanpassen dat werkgevers alleen salaris gaan betalen over het deel dat iemand productiviteit is (loondispensatie). De huidige subsidies op de loonkosten voor bedrijven verdwijnen. Gemeenten gaan het salaris aanvullen.
Van Ark wil vasthouden aan loondispensatie, omdat volgens haar mensen met een arbeidsbeperking meteen ,,vanaf het eerste uur dat ze gaan werken ook merken in hun portemonnee dat ze werken.'' Ze zegt dat niet te zien bij andere middelen.
Wel wil ze bij de verdere uitwerking van haar plan tegemoet komen aan enkele bezwaren. Zo dreigen sommige gehandicapten met een aanvullende uitkering op hun loon erop achteruit te gaan, bijvoorbeeld door partner of vermogen. Ook gaat ze kijken of een aanvullend pensioen mogelijk is.